Of je als dierenarts nu bij een kreupel paard wordt geroepen, naar een paard met koliek gaat of voor een tandheelkundige behandeling wordt gebeld, ieder consult begint met een goed onderzoek. Dit is waar wij als dierenartsen in worden opgeleid. Tijdens de opleiding diergeneeskunde leer je door middel van een goed vraaggesprek en een gedegen onderzoek een diagnose te stellen. Het fysieke onderzoek bestaat uit het kijken naar de patiënt en het palperen van structuren. Aanvullende onderzoeken zoals röntgendiagnostiek, endoscopisch onderzoek, bloedonderzoek of endoscopie kunnen meer informatie geven. Met alle verworven informatie en de nodige kennis wordt uiteindelijk een diagnose gesteld. Aan de hand van deze diagnose wordt een behandeling ingesteld.
Voor de tandheelkunde geldt dit precies hetzelfde.
Soms komt uit het onderzoek dat een wondje in de wang wordt veroorzaakt door een scherp puntje. De behandeling bestaat dan uit het afronden van dit puntje.
Bij een andere case blijkt een verdikking op de kaak veroorzaakt te worden door een boventallige kies. Om tot een behandeling te komen zal verder onderzoek zoals röntgen of CT eerst meer informatie moeten geven.
Een korstje op de kaak blijkt uiteindelijk veroorzaakt te worden door een kieswortelontsteking. Dit werd vastgesteld door endoscopisch en röntgenologisch onderzoek.
Een behandeling hangt niet alleen af van wat uit het 'fysieke' onderzoek komt. Vaak wordt een beslissing genomen omdat het paard een bepaalde leeftijd heeft of juist een bepaald gebruiksdoel heeft. Dan zijn we dus weer terug bij de informatie die uit het allereerste vraaggesprek te halen was.
Dit maakt diergeneeskunde en tandheelkunde zo interessant: Geneeskunde is niet zwart/wit: Tandheelkunde betekent niet blind weg 'haken vijlen'. Iedere patiënt en iedere situatie is anders. En om dit verschil te zien moeten we onderzoeken, het geen waarvoor wij dierenartsen zijn opgeleid.
Moderne onderzoekstechnieken geven veel informatie
Comments